
Dit onderzoek werd aangevraagd door een nazaat die niets wist over zijn overgrootvader behalve dat hij zijn overgrootmoeder had zwanger gemaakt, en uit beeld verdween.
Vooraf wist ik nog niet wat ik zou gaan vinden. Er werd gespeculeerd over mogelijk een woonwagenfamilie. Dit bleek niet zo te zijn, maar de achternaam was in elk geval bijzonder te noemen “Doejaaren”. Frans, oftewel, Franciscus Doejaaren liet zich door deze achternaam vrij snel vinden. Zijn korte, turbulente leven ontrafelde door de archieven en registraties heen.

Afbeelding boven: De Wagenstraat
Afbeelding rechts: Leger des Heils Amsterdam
Het leven van Frans Doejaren
In 1898 werd Frans geboren te Rotterdam uit een vrij armoedig voorgeslacht. Al zijn voorvaderen waren lichte criminelen die regelmatig in de gevangenis zaten voor kleine vergrijpen als diefstal. Een voorvader wordt benoemd met een “feitelijke resistentie tegen de gerechtsdienaren bij waarneming hunner bediening”. Eén voorvader heeft zelfs een “straatnaam” en wordt als alias “Smul” genoemd. Buitenechtelijk kinderen verwekken en regelmatig in de gevangenis zitten liep als een rode draad door deze genealogie.
Zo ook bij Frans. In juni en juli 1923 zat hij in de gevangenis te Rotterdam voor een maand. Eind dat jaar zit hij in de gevangenis te Den Haag, en begin van het volgende jaar weer vanuit Rotterdam naar Den Haag gestuurd op de Pompstationweg. Als hij in 1927 op vrije voeten is, vertrekt hij naar Amsterdam, en staat dan ingeschreven bij het Leger des Heils op de Spuistraat. Ook daar duurt het niet lang voor hij weer in de gevangenis te Den Haag terechtkomt. In 1929 keert hij terug naar Amsterdam en er breken wat rustigere tijden aan, of Frans komt weg met zijn activiteiten, hoe je het maar beschouwt!

Meisje uit de straat
Op 22-11-1929 verhuisd Frans naar de Prinsengracht. In dezelfde straat, woont het jonge meisje Maria, die vanuit Duitsland alleenstaand in Amsterdam terecht was gekomen. Zij was afkomstig uit een Katholieke zigeuner familie. In de straat zullen ze elkaar hebben ontmoet en kort, mogelijk maar één nacht, een “relatie” gehad. Precies 9 maanden later, op 08-08-1930 wordt hun dochter geboren. Zij draagt de naam van haar moeder. Deze baby is de grootmoeder van de aanvrager geweest.
Beroepen
Frans is een bezig bijtje en wisselt zijn beroepen snel af. In een paar jaar tijd, tussen de detenties door, is hij varensgezel, sleper, koopman, chauffeur, koetsier en pensionhouder. Al deze beroepen waren te vinden in de registraties van het bevolkingsregister, de politie rapporten, en de gevangenis registers. Over het laatste beroep van pensionhouder later meer.
Een bijzondere vrouw
Tussen 1936 en 1941 ontmoet hij Gerarda Geertruida Dolphijn en gaat een relatie met haar aan. Gerarda kwam uit Duitsland en was al twee keer gescheiden geweest. Haar tweede ex-man was “Hawaiian speler” van beroep. Nu was ze een gescheiden vrouw met een eigen pension te Amsterdam op de Wagenstraat. Frans woont in periode 1941 tot 1944 bij haar op de Wagenstraat 3 te Amsterdam, waar hij dan mede pensionhouder wordt genoemd.
Afbeelding onder: Wagenstraat 1-9

Overtreden drankwet
Frans Doejaaren wordt op 31-05-1941 gearresteerd bij zijn pension/woning vanwege het overtreden van artikel 59 van de drankwet. Tevens wordt “echtgenoote van bovengemelde Doejaaren” gearresteerd wegens het beledigen van een ambtenaar. Zodoende wordt Gerarda Geertruida Dolphijn ook gearresteerd en een aantal personen die als getuigen moeten dienen. Zij wordt benoemd als zijn echtgenote, maar Frans en Gerarda zijn nooit getrouwd.
Een steekpartij
Frans Doejaaren komt op 20-02-1944 voor in de politie rapporten van Amsterdam. Omdat er een steekpartij had plaatsgevonden in de nachtverblijven onder zijn pension, wilde de politie de voortvluchtige onbekende dader vinden. Ze wilden zoeken bij het pension van Franciscus maar werden daar bij de deur tegen gehouden door een zekere Hendrik Prast, waardoor Franciscus weg vluchtte en daarna gezocht werd door de politie. Hij komt verder niet meer voor in de politie rapporten, maar is enkele dagen later naar kamp Vught gestuurd, zeer waarschijnlijk voor deze situatie.
Van kamp Vught naar Buchenwald
Frans is naar kamp Vught gestuurd in 1944. In september wordt hij naar Sachsenhausen overgebracht en vanaf daar binnen enkele dagen naar Buchenwald op transport gezet. Daar wordt het nummer 03284 op zijn arm getatoeëerd. Niets eens 2 maanden later is Frans overleden. Volgens het kaartje van overlijden door de Duitse commandant door bloedvergiftiging als gevolg van cellulitis aan de linkerarm. Frans werd slechts 45 jaar oud.
Afbeelding onder: De reis van Frans

Oproep
Gerarda is Frans niet vergeten, en zij doet een oproep in de krant. Door de Oorlogsgravenstichting wordt er ook naar haar gezocht, maar op de Wagenstraat is zij niet meer te vinden. Of zij ooit nog is geïnformeerd over zijn overlijden is onbekend. Maar dat Frans mogelijk aan iemand heeft vermeld dat zij zijn vriendin was en dat er mogelijk zoons of dochters van hem rondlopen lijkt wel te hebben plaatsgevonden.


De Oorlogsgravenstichting geeft aan, dat mocht Mevrouw Dolfijn niet meer worden gevonden, of als zij blijkt te zijn overleden, er gezocht moet worden naar zijn zoons of dochters. Ook zijn ouders worden op dat moment niet gevonden.
Toch zijn ze geïnformeerd, want op 1 juli 1945, 2 maanden na de bevrijding, zetten zijn ouders een rouwbericht in de krant met daarin een duidelijke emotie “Door de moordenaarshanden der beulen van het concentratiekamp Buchenwald als het zoveelste slachtoffer is gevallen”…. “Je diepbedroefde ouders, zusters en broers”
Onbekende wortels
De achternaam Doejaaren bleek zwaar verbasterd te zijn. De oudst gevonden voorvader kwam voor als “Douyere”, “Dojere” en “Dojerre” en leefde eind 17de eeuw al in Rotterdam. Hij was afkomstig van “Diepen”. Deze locatie kan doelen op verschillende plaatsen: Diepenveen, Diependal, Diepenbroek, Diepenheim of Diepenbeek te België, Tevens kan het doelen op een van de “Diepens” te Duitsland of een buurtschap van een andere locatie.
Helaas werd niet bekend wat de herkomst is van de achternaam. Wel weten we dat in de 17de eeuw een enorme migratie plaatsvond richting Nederland. Veruit de grootste groep waren Franse protestantse vluchtelingen die op de vlucht waren voor het rooms-katholieke Leger van Alva. Gezien de Frans/Vlaams klinkende voor en achternaam van deze oudst gevonden voorvader genaamd Guiljaem (Guillaume) is dit waarschijnlijk.
Zo bleek er dus een heel verhaal te schuilen achter deze onbekende voorvader.
Een verhaal wat verteld over karaktereigenschappen, gebeurtenissen, een verklaring gaf.
Onderzoek doen naar onbekende voorvaders leverde in dit geval een hoop antwoorden op.